sentence_1
stringlengths 2
1.42k
| sentence_2
stringlengths 2
1.11k
|
---|---|
Gekloofde greyhounds racen op het circuit.
|
Griehonden racen op een baan.
|
Honden rijden elkaar op een modderig spoor.
|
De baan is modderig.
|
Rennende honden in de lucht terwijl ze rennen.
|
Honden zijn aan het rennen.
|
Een jongen in een groen sweatshirt en blauwe jeans doet een truc op een skateboard terwijl toeschouwers in de achtergrond kijken.
|
Een jongeman rijdt op een skateboard.
|
Een man in een groen sweatshirt en blauwe jeans doet een skateboardtruc op een tegelvormig buitenschip langs een rivierwandeling.
|
Een skateboarder doet een truc.
|
Een man in een hoodie doet een ollie op zijn skateboard met mensen in het park in de achtergrond.
|
De mensen staan bij een man die een ollie doet.
|
Een man in een groene hoodie probeert een truc op zijn skateboard te doen in een park.
|
Een man in groen.
|
Een roodharige jongen kijkt naar een speelgoedtrein.
|
Een kleine jongen kijkt naar een speelgoed trein.
|
Een vrouw zit op een stenen muur en praat op haar telefoon.
|
Een vrouw die aan de telefoon praat.
|
Een groep mensen die wijzen.
|
Een paar mensen hebben hun arm uitgebreid.
|
Twee vrouwen zitten op een rots naast een open veld.
|
Twee vrouwen zitten op een rots.
|
Een jongen met blauwe kleren staat op het verkeerssignaal.
|
De jongen draagt een kledingstuk.
|
Een jong kind skateboardt op een skatepark.
|
De jongen speelt in het skatepark.
|
Drie mensen zitten op de stoep in een Aziatische stad.
|
Een groep mensen zit buiten.
|
Veel mensen zitten op dekens en grasstoelen in het gras.
|
Er zitten veel mensen op dekens.
|
Een jong meisje dat met streamers speelt.
|
Een meisje die speelt.
|
Het meisje draait lange, kleurrijke stromen.
|
Het meisje draait rond.
|
Het meisje in het roze shirt draait een lint.
|
Een meisje dat met een lint speelt
|
Een meisje met een helder roze top draait een kleurrijk lint om haar lichaam.
|
Een meisje in een roze top draait een lint.
|
Een meisje in een roze shirt en een jeans rok speelt buiten met een lintstok.
|
Een meisje heeft een roze shirt.
|
Een skiër vliegt door de lucht.
|
Een skiër die vliegt
|
Een man in ski-apparatuur is in de lucht.
|
Een man in ski-apparatuur.
|
Een skiër is in de lucht voor een aantal bomen.
|
Iemand is aan het skiën.
|
Een skiër in kleurrijke kleren in de lucht in een winterscenario.
|
De skiër is warm gekleed voor de winteromstandigheden.
|
Een vrouw die op beton zit en een boek met blote voeten leest.
|
Een persoon die leest.
|
Een man skiert in de lucht.
|
Er is een man buiten.
|
Een zwarte hond en een bruine hond dicht bij elkaar.
|
Twee honden.
|
Een bruine en een meestal zwarte hond spelen of vechten.
|
Twee honden waren samen.
|
Twee honden, aangesignelijk, op een grondweg.
|
Twee honden staan tegenover elkaar.
|
Een bruine hond en een zwarte hond op een vuil pad.
|
Twee honden zijn buiten.
|
Een vrouw die op een overgrote schaakbord speelt.
|
Een vrouw speelt op een gigantisch zwart-rood schaakbord.
|
Een vrouw speelt een extra groot spel van schaak.
|
Een vrouw speelt een bordspel.
|
Een persoon speelt een grote versie van schaak op een dek met uitzicht op water.
|
Iemand speelt een spelletje buiten.
|
Iemand die stukken op een groot schaakbord legt.
|
Er is een schaakwedstrijd.
|
Het kleine kind kijkt naar een trein.
|
De jongen denkt aan de trein.
|
Een blonde vrouw oefent haar buik dans in outfit.
|
Een vrouw draagt kleren en beweegt zich rond.
|
Een bowler met haar rechterbeen naar haar rug.
|
Een bowler met een been die naar achteren wijst.
|
Een buikdanseres in een rood en goudkleurig kostuum staat met haar armen boven haar hoofd.
|
Een danser poseert.
|
Een blonde vrouw in een ingericht rood rok en top staat op een veld.
|
Er is een vrouw buiten.
|
Een danseres in een rood kostuum heeft haar handen omhoog om een vorm te vormen.
|
Een danser staat in een geposieerde positie.
|
Een vrouw in een rood kostuum danst onder de toeschouwers.
|
Een vrouw danst in haar buik.
|
Een kind speelt met een speelgoed.
|
Jongeren spelen met speelgoed.
|
Een persoon met een groene hoed die op de grond ligt.
|
Een persoon draagt een groene hoed.
|
Een jongen glimlacht terwijl hij zijn speelgoed met nep kogels oplaadt.
|
Een jongen speelt met een speelgoedpistool.
|
Een glimlachend jongetje laadt een schuimgeweer met pijlen.
|
Een lachend jongetje dat met een speelgoedpistool speelt.
|
Een jongeman met een zwart shirt en grijze broek glimlachend naar beneden terwijl hij in het donker met een geel en blauw speelgoed speelt.
|
Een jongeman speelt met een speelgoed in het donker.
|
Een kleine jongen in een zwart T-shirt speelt met een speelgoed NERF pistool.
|
Een jongen in zwart speelt met een speelgoedpistool.
|
Een groep volwassenen en kinderen staat rond een groep schapen.
|
Een menigte mensen staat rond sommige boerderijdieren
|
Een groep oude en jonge mensen staan op een vuil veld met een kudde schapen tegen een diepe blauwe hemel.
|
Een groep oude en jonge mensen staan op een vuil veld met een kudde schapen.
|
Drie kinderen en daar ouders die hun kudde schapen oppassen.
|
De kinderen en de ouders zorgen voor hun kudde schapen.
|
Vier kinderen en een vrouw passen schapen op een droge plek.
|
Vijf mensen passen schapen op.
|
Er is een groep mensen om een gehoor van schapen.
|
een groep mensen rond schapen
|
Een man in een beret kijkt uit het raam van een voertuig.
|
Een man draagt een beret.
|
Een jongen bij een wapenveld richt en schiet.
|
Een jongen schiet een wapen.
|
Een bestuurder van een trein leunt uit een raam en kijkt naar rechts, terwijl een andere man in de wagen naar wat meters kijkt.
|
Mensen zitten in een trein.
|
Een man met een dirigenthoed steekt zijn hoofd uit het raam en leunt zich op de vensterbank van de trein.
|
Een man met een hoed zit in een trein.
|
Een treinleider kijkt uit het raam van een zwarte trein terwijl de werknemer naar de meters kijkt.
|
De dirigent kijkt naar buiten.
|
Man die uit het raam van een trein hangt met een zwarte jas en hoed.
|
De man zit in een trein.
|
Een kleine jongen slaat een honkbal terwijl zijn familie kijkt
|
De kleine jongen maakt zijn familie trots.
|
Jongen met zwart shirt en rode battinghelm swingende bat op bal op het balveld.
|
De jongen schudt een slag.
|
Een kleine jongen met een rode helm.
|
Een kleine jongen die met een rode helm slaat
|
Een jongen in een rode helm slaat een bal met een slag.
|
De jongen speelt een spelletje.
|
Een vrouw in een SUV lijkt te huilen als een vaderlijke figuur zijn hand op haar wang legt om haar te geruststellen.
|
De man geruststelt de huilende vrouw.
|
Een jonge dame die door een man wordt getroost nadat ze iets verdrietigs heeft gezien en erdoor heeft gehuild.
|
Een vrouw huilt.
|
Een man in een blauw plaid shirt troost een huilende vrouw in een zwarte vrachtwagen.
|
Een man troost een huilende vrouw.
|
Een man in een blauw-wit shirt geeft aandacht aan een meisje in een SUV.
|
Mensen werken samen.
|
Een oudere man die buiten in de zon zit en iets onder zijn paraplu ziet.
|
Er is een oudere man buiten.
|
Vier mannen staan op het podium en spelen muziek.
|
De mannen maken lawaai.
|
Een ouder stel wordt bedekt door een brug.
|
Een paar bedekt in schaduwen
|
Een man en vrouw staan onder een overdekt patio met de zon door de trellis slaten stralen.
|
Er staan twee mensen.
|
Twee ouderen in een slecht verlicht gebied.
|
Oudere mensen zijn in een donkere omgeving.
|
Een oudere man met een vest die naar een vuilnisbak kijkt.
|
Een oude man kijkt naar een vuilnisbak.
|
Jongen die een baby vasthoudt in een afgelegen gebied.
|
De jongen heeft de baby.
|
Twee jonge volwassenen op een rodeo, de een helpt de ander om een blessure aan zijn arm te repareren na een korte rit.
|
Een jonge volwassene helpt een ander na een blessure op een rodeo.
|
Een cowboy in een rodeo legt een verband op zijn voorarm, klaar om te rijden.
|
Een cowboy heeft een verband op zijn arm.
|
Een jonge vrouw boort gaten in een rots met een botsingboor
|
Een vrouw boort steen.
|
Een jongetje houdt een klein, vies meisje op zijn schoot terwijl hij haar in zijn jas omhult.
|
De kleine jongen zorgt voor het meisje.
|
Twee kleine kinderen in slechte omstandigheden proberen de elementen te overleven.
|
De kindergroen is arm.
|
Een jonge jongen houdt een baby vast die in de war lijkt te zijn.
|
Een jonge jongen houdt een huilend baby in zijn handen.
|
Een broer houdt zijn jongere broer buiten in koude lucht.
|
Er zijn twee broers.
|
Een oude man met een stroehut en een paraplu glimlacht terwijl hij in de verte iets kijkt.
|
Er is een stroehut.
|
Drie cheerleaders zijn op zoek naar hun team.
|
De cheerleaders tonen hun teamondersteuning.
|
Een jongetje met een rood shirt met gele schrift en een rode sporthoed zit in ondiep water en raakt een gele emmer met zand aan.
|
De jonge jongen in het rode shirt had zijn vinger aan het zand gevulde gele emmer.
|
Een bruid en haar bruidegom omhelzen.
|
De bruid en bruidegom houden elkaar vast.
|
Vier kinderen in een sneeuwpak klimmen een sneeuwde heuvelschijf op.
|
Vier kinderen zitten buiten in de sneeuw.
|
Vier kinderen klimmen een sneeuwdekt heuvel op.
|
Vier kinderen klimmen op een sneeuwde heuvel
|
Vier kinderen klimmen op een sneeuwde heuvel, één worstelt.
|
Kinderen klimmen op een heuvel bedekt met sneeuw
|
Een vrouw in een witte jurk en een man in een grijs pak omhelzen.
|
Een vrouw draagt een witte jurk.
|
Een bruid en bruidegom staan samen voor een houten hek.
|
Er is een man en een vrouw buiten.
|
Een bruid en bruidegom staan voor een hek.
|
Een bruid en bruidegom staan bij een hek.
|
Een man kruist een drukke stadsstraat.
|
Een man maakt zijn weg door het verkeer, zonder voet.
|
Een man in een wit shirt en stropdas die over de straat loopt.
|
Een man loopt buiten.
|
Een man loopt over een weg met zijn das over zijn schouder omgedraaid.
|
Een man loopt over een straat met zijn das in de wind
|
Een oudere man in een mooi jurk shirt met een das over zijn schouder, wandelt over een straat in het centrum.
|
Een man loopt over een straat in het centrum.
|
Twee vrouwen met kleurrijke hoeden zitten in een veld.
|
Er zitten twee vrouwen.
|
Een man in pak houdt een pannen in handen.
|
Er is een man die kookt.
|
Een goed geklede man houdt een schaal in het openbaar.
|
Een man kleedt zich goed.
|
Een man in een grijs pak en paarse das gooit een pannenkoek midden op een stoep.
|
De persoon gooit eten.
|
Een blanke man met zwart haar, mooi gekleed in grijze jurkbroek, blazer en paarse das staat op straat voor een garage en zet een pannenkoek om die in de lucht wordt gevangen.
|
Een man kookt pannenkoeken op zijn oprit.
|
Dit is een goed geklede, donkerharige meneer met een grijs pakjas, grijze broek, zwarte trui en lavendeldas met een snor en een geit met een frytpannen, op de stoep staan voor een open garage deur.
|
Een man houdt een pannen in handen.
|
Subsets and Splits
No community queries yet
The top public SQL queries from the community will appear here once available.