sentence_1
stringlengths 2
1.42k
| sentence_2
stringlengths 2
1.11k
|
---|---|
Op een regenachtige dag loopt een persoon een drukke stadsstraat met een donker gekleurde plaidhemd op een hanger en houdt zich aan zakpieren onder de arm.
|
Een mens loopt door de regen
|
Een heer die in de regen loopt terwijl hij zijn zakpieren vasthoudt, lijkt te laat te zijn voor een soort evenement.
|
De man in de regen is nat.
|
Een man in een uniek kostuum speelt de zakpijn terwijl sommige mensen naar hem staren.
|
Een man speelt de zakpijn.
|
Een vreemde man speelt zijn zakpijn in de stad terwijl hij rondloopt gekleed in een kilt.
|
De man houdt een instrument in zijn hand.
|
Man in Schotse kleding die op een regenachtige dag op de stoep de zakpijn speelt.
|
Een man die muziek speelt op de stoep.
|
Twee mannen die met paardenhoes spelen.
|
Twee mannen zijn buiten.
|
Mensen in kostuums vermaken zich in een pretpark.
|
De mensen zijn gekleed.
|
Mensen spelen bij de oceaan.
|
Mensen spelen.
|
Een stelletje mensen dansen en vieren.
|
De mensen verplaatsen hun lichamen.
|
Twee vrouwen kijken naar een notitieboek in een lab.
|
Dat meisjes naar iets kijken.
|
Twee vrouwen die informatie in een spiraalboekje bekijken.
|
Twee dames kijken samen naar een boekje.
|
Twee vrouwen met een veiligheidsbril, kijken naar hetzelfde notitieboek.
|
Twee vrouwen kijken samen naar een notitieboek, ze dragen beide hun veiligheidsglazen.
|
Twee jonge vrouwen dragen veiligheidsbrillen terwijl ze in een laboratorium werken.
|
Twee vrouwen hebben hun ogen beschermd.
|
Twee meisjes met beschermbril in een laboratorium die een boek doorzoeken.
|
De meisjes kijken naar een boek.
|
Vijf jonge dames dansen ballet met hun benen op de rug en hun armen omhoog.
|
Vijf dames dansen.
|
Vier dansers, elk gekleed in zwart met een rood lint om hun middel, dansen.
|
Er dansen vier mensen, elk in zwarte kleren met een rode lintgordel.
|
Vier balletdanseurs in zwarte kostuums optreden op een podium.
|
Mensen doen ballet.
|
Een man op een rode fiets die een wieler ophaalt.
|
Een man rijdt op een rode fiets.
|
Een man die op een fiets op straat een pop-a-wheely doet.
|
Een man die op een fiets op straat fietst en een wieler doet.
|
Een man op een rode fiets die een wagen achter zich sleept.
|
een man die een wagen sleept terwijl hij fietst
|
Een man rijdt op zijn fiets op één wiel terwijl hij iets achter zich sleept.
|
De man zit op een fiets.
|
Een man met een blauw shirt die op een rode fiets rijdt en een wieler doet midden op de weg.
|
De man is op één wiel in balans.
|
Een rood gekleurde restaurant heeft donkerroode stoelen.
|
Er zijn rode stoelen in het restaurant.
|
Twee mensen zitten in de schaduw bij het water.
|
Mensen zitten aan het water.
|
Twee kinderen knuffelen elkaar.
|
Een kind geeft een ander kind een knuffel.
|
Een man in een hoed en zwarte jas leest een krant
|
Een man leest een krant.
|
Een man in een donkere jas en een hoed die een krant leest terwijl hij zich leunt.
|
Een man leest een krant.
|
Een man met een hoed die tegen een post leest en een krant leest.
|
Een man leest buiten een krant.
|
Een knap gekleed man die de krant leest voor een ouder gebouw.
|
Een man in een professionele kleding die buiten een krant leest.
|
Een man die op een structuur leest.
|
een persoon die voor een gebouw leest
|
Drie kinderen op schaatsen in een arena twee meisjes en een jongen, jongen draagt oranje wiel schaatsen.
|
De kinderen hebben iets op hun voeten.
|
Een jongen die schaat op een rollerbaan, twee meisjes achterin.
|
Een jongen schaatst met andere mensen om hem heen.
|
Drie kinderen skaten op een rollerskate rink.
|
Drie kinderen zijn aan het ijsskaten.
|
Drie jongeren die in een schaatsenbaan schaatsen
|
De drie mensen skaten samen.
|
Twee meisjes en een jongen die op rolletjes schaatsen.
|
Sommige kinderen zijn aan het roolskaten.
|
Een kleintje schuift heel hoog terug.
|
een kleintje schuift hoog
|
Een man met een blauwe jas en een rode sjaal pikt zijn arm achterin terwijl hij een stok op het strand houdt.
|
een man in een jas
|
Een man met een sjaal gooit een stok op een verlaten strand.
|
De man gooide een stok.
|
Een man gaat een bamboestikje gooien als een speer.
|
Een man houdt een stok vast.
|
Een man met een rode sjaal gooit een lange stok.
|
Een man in een sjaar gooit een stok.
|
Een man gaat een stok gooien op het strand.
|
Een man gaat een stok gooien.
|
Twee jonge mannen strijden in een informele basketbalwedstrijd.
|
Er is een 1v1 tussen vrienden.
|
Een jongetje en een meisje knuffelen en glimlachen.
|
Jonge koppel die elkaar omhelst
|
Een vrouw met zware make-up staat naast een rood lichtbord.
|
Een vrouw met zwaar make-up staat.
|
Een oudere man zit in een grasstoel met een krant in zijn hand en verkoopt dozen verf, grasstoelen en andere spullen.
|
Een oude man heeft een krant.
|
Een man die op een boot staat, trekt touw uit de oceaan.
|
De man staat.
|
Vier muzikanten spelen hun instrumenten op straat terwijl een jonge man op een fiets staat om te luisteren.
|
Een man luistert naar vier muzikanten die op straat spelen.
|
Vier muzikanten spelen op rietinstrumenten, één op klarinet en drie op saxofoon, waarnaar een klein kind op een fiets kijkt.
|
Vier muzikanten spelen instrumenten.
|
Sommige jonge volwassenen spelen buiten saxofoons en klarinetten.
|
Er waren jongeren die buiten muziekinstrumenten speelden.
|
Een straatband bestaande uit drie saxofonisten en een klarinetist die op straat spelen.
|
De straatband speelt buiten.
|
Drie taxi's zijn gestopt.
|
Er zijn drie taxi's op straat.
|
Taxi's wachten op passagiers.
|
Taxi's wachten.
|
Veel taxi's rijden op een station dicht bij een lift.
|
Taxissen rijden op een station.
|
Drie geparkeerde taxi's met twee geparkeerde politieauto's achter hen.
|
De politieauto's staan voor de taxi's.
|
Twee voetballers vechten voor de bal tijdens een intense wedstrijd.
|
Er zijn spelers op het voetbalveld.
|
Twee voetbal tegenstanders lopen en vechten voor de soccerbal op een grasveld.
|
Twee teams spelen voetbal op een grasveld.
|
Twee jonge mannen van tegenstrijdige voetbalteams strijden om de bal op een voetbalveld te krijgen.
|
Twee jonge mannen spelen voetbal.
|
Een oude man met een zwarte jas kijkt op de tafel.
|
Een man in een zwarte jas staat bij een tafel.
|
In een Aziatisch land zijn er verschillende mensen om een tafel gekruist.
|
Mensen rond een tafel in een Aziatisch land.
|
Een manlijke biljartspeler met een glimlach op zijn gezicht en zijn zwembadstick in de hand kijkt uit op een biljarttafel met enkele ballen erop.
|
Een vent speelt biljart.
|
Een man in een rood shirt en zwarte broek zit te zitten.
|
Een persoon die zit.
|
Een man die op de stoep zit, gefotografeerd in een hoek die hem koploos laat lijken.
|
Een persoon die op de stoep zit, gefotografeerd in een hoek waardoor hij koploos lijkt.
|
Een man zit alleen voor een gebouw, met zijn hoofd zo laag dat het lijkt alsof het niet bestaat.
|
Een man zit alleen en hing zijn hoofd zo laag.
|
Een jonge, heldere jongen rijdt op een spelpaard.
|
Er zit een kind op een speelgoed in het park.
|
Een man bindt zijn schoenband.
|
Een man is zijn schoenen aan het stroppen.
|
Twee zwemmen vechten voor een bal op een watersport.
|
Twee mensen vechten.
|
Een zwemmer in zijn pak strekt zich uit voor een zwemwedstrijd terwijl hij zijn bril vasthoudt.
|
Een zwemmer die zich voorbereidt op een zwemwedstrijd.
|
Een shirtloze man in blauwe zwembroek onderkant met zwembril.
|
Een shirtloze man houdt zwembril.
|
Een mannelijke zwemmer in een blauwe bikini met een bril.
|
Een man houdt een bril.
|
Een man in blauwe Speedos houdt zwarte bril.
|
Zwarte bril wordt vastgehouden.
|
Mensen worden in de verte gezien voor een groot, kleurrijk monument.
|
Mensen staan bij het monument.
|
Een man met een donkerblauw shirt speelt biljart.
|
Een vent speelt biljart.
|
Een vrouw in een oranje top staat naast een groot regenboog gekleurd kunstwerk.
|
Een vrouw staat naast een kunstwerk.
|
Twee kleine kinderen spelen voetbal in gele en zwarte en gele en blauwe uniformen.
|
Er zijn twee kinderen die voetbal spelen.
|
Een man die een steile trap op loopt met een tas.
|
Een man loopt de trap op.
|
Een klein kind draagt een padel.
|
Een kind met een padel.
|
Man met camera en tas die de trap op loopt
|
Een persoon die trap op loopt.
|
Een man klimt een grote trap van steen op.
|
Een man klimt steen trappen.
|
Een klein kind in een rood shirt houdt een houten padel achter een net vast.
|
Het kleine kind draagt een rood shirt en speelt een spelletje.
|
Een jonge jongen staat op een sportveld en houdt een stuk sportapparatuur in handen.
|
een persoon gebruikt een apparaat.
|
Een kleine jongen staat in een cricketkooi en houdt een cricketbalk vast.
|
Een kind zit in de cricketkooi.
|
Een kind dat een cricketwedstrijd speelt, mogelijk op de kleuterschool of in het park
|
Het kind speelt cricket.
|
De baby in de wieg huilt.
|
Het kindje huilt in de wieg.
|
Twee jongens die skateboarden en een van hen een sprongtruc.
|
Twee jongens met hun skateboards buiten.
|
Een tiener doet een skateboardtruc terwijl een andere jongen achterin op een skateboard rijdt.
|
Sommige jongens rijden skateboards
|
Een skateboarder springt in de straat.
|
Een skateboardman ging op straat.
|
Een man zet zijn skateboard op een plat beton.
|
Een skateboarder die trucs doet.
|
Een jongen doet een truc op een skateboard.
|
De jongen is buiten.
|
Een band speelt op het podium op een zakenvloer.
|
De bandleden zijn artiesten.
|
Een motorrijder loopt door een grastuin.
|
De ruiter is buiten op een motorfiets.
|
Kinderen spelen in de sneeuw terwijl ouders kijken
|
Mensen spelen in de sneeuw.
|
Drie mensen staan in de sneeuw en bereiden een ijsvissersboot voor.
|
In de sneeuw krijgen een kleine groep vissers een ijsvissersboot klaar om te gebruiken.
|
Een jonge jongen klimt een spiraltrap op in een kamer vol boeken.
|
Een jongen gaat naar boven.
|
Een jonge jongen klimt een spiraltrap omringd door boeken.
|
Een jongen loopt de trap op
|
Jongen in blauw shirt op een spiraltrap in een kamer met veel boeken.
|
Er is een jongen.
|
Een kleine jongen klimt een spiraltrap in een rommelijke bibliotheek.
|
Een jongen is in de bibliotheek.
|
Drie zwarte mensen in Afrikaanse kleding kijken naar iets.
|
Drie mensen zijn gekleed in Afrikaanse kleding.
|
Een kleine bruine en witte hond speelt met de spuit in het gras.
|
Twee honden zitten op het gras.
|
De witte hond wordt in zijn gezicht gespruit met een waterstraal.
|
Een waterstraal spuugt de hond.
|
Een bruiloftfeest buiten een gebouw.
|
Mensen buiten
|
Subsets and Splits
No community queries yet
The top public SQL queries from the community will appear here once available.